Juf Manon (28) is leerkracht van groep 5. Ze houdt van het werken met dynamische groepen, is gek op wereldoriëntatie, mooie (voorlees)boeken, jurkjes, Italiaanse dorpjes, snowboarden, een partijtje tennis
en op vakantie gaan.

Deze week vertelt Manon over hoe zij de regie in eigen hand houdt, bij een veiligheidsoefening met de jongens uit haar groep.

De vertrouwensstoel

‘Wie wil het nu proberen?’ vraag ik aan de jongens uit groep 5. Vijf handen gaan de lucht in. Drie jongens zijn al aan de beurt geweest; de vertrouwensoefening op de stoel. De jongen die op de stoel zit, mag 4 andere jongens uitkiezen die

hem achterover op de stoel begeleiden, zonder hem te laten vallen – natuurlijk.

Terry zit vol zelfvertrouwen op de stoel en noemt de namen op, van jongens die hem mogen helpen. Vol trots vormt zich een groepje jongens om de stoel van Terry heen. Ze begeleiden hem achterover op de stoel, Terry zegt ‘stop!’ en zij
zetten hem rustig weer neer. Ik benoem wat ik zie; ‘Wat hebben deze klasgenootjes jou goed ondersteund!’. ‘Wauw, wat
fijn Terry, dat jij deze jongens kunt vertrouwen!’ en ‘Hoe voelt dat voor jou?’. Terry glimt van trots en loopt 5 cm langer
weer terug naar zijn plek.

Ondertussen zie ik Sem wegzakken op zijn plek. Ik knik uitnodigend naar hem. Langzaam komt hij naar
mij toegelopen en fluistert in mijn oor: ‘Ik wil niet hoor juf, ik denk niet dat de jongens mij kunnen tillen en
ik ben ook niet zo goed in anderen vertrouwen.’ Sem, een jongen die net wat groter en net wat dikker is dan het gemiddelde kind in groep 5, staat met een trillende lip naast mij. De onzekerheid druipt van hem af.

‘Maar Sem?’ fluister ik terug. ‘Vertrouw je mij?’. ‘Jawel juf.’ antwoord hij verlegen. Tegen de groep jongens zeg ik; ‘Lieve
jongens van groep 5, ik wil iets met jullie bespreken’. Ondertussen ligt mijn hand op de schouder van Sem, ik spreek niet alleen namens mijzelf maar ook vanuit Sem. En dat voelt hij.

‘Sem is bang dat er niemand is die hem wil helpen als hij op de stoel zit, hij vindt het moeilijk om vertrouwen te hebben.’ Handen schieten de lucht in. ‘Sem kan mij vertrouwen hoor juf!’ zegt Youri. ‘Mij ook!’ ‘Mij ook!’ roepen verschillende jongens door elkaar.

De een na de andere jongen dient zichzelf aan als betrouwbare klasgenoot, dit is precies wat op dat moment nodig had. Een opgeluchte zucht ontsnapt uit Sems mond.

Met iets meer (zelf)vertrouwen loopt hij naar de stoel en gaat zitten. ‘Ik vertrouw Vic, Jim, Wouter en Malik…’ zegt Sem dapper. ‘Sem, en mij dan?’ roept Semir vanaf zijn plek. ‘Weet je wat?’ zeg ik. Iedereen die vindt dat hij te vertrouwen is, mag naar de stoel lopen om te helpen.

En zo staan er 8 jongens om Sem heen die hem een handje willen helpen. Zeer tevreden kijk ik naar mijn jongens die Sem het gevoel geven dat ze met z’n allen te vertrouwen zijn. Goed voor Sem… en voor mij! Fijn dat die extra paar handen zorgen dat Sem toch niet per ongeluk van zijn stoel kukelt!